De naam van Martijn Budding zal voor altijd verbonden blijven aan onze TDT-Unibet-ploeg. Hij boekte de allereerste overwinning voor onze formatie. Genoeg reden om eens terug te blikken met Martijn op zijn wielerjaar.
Martijn! Laten we bij het begin beginnen. Hoe ben jij eigenlijk bij TDT-Unibet terechtgekomen?
Ik was eigenlijk al bezig met mijn contract voor het nieuwe jaar, toen Bas ineens een bericht stuurde of we een keer konden praten. Hij heeft mij toen het plan uitgelegd en daarin echt ambitie uitgesproken. Het eerste wat in mij opkwam was wel dat het een pittige opgave was om een ploeg te beginnen, maar ik was wel direct enthousiast. Ik kende Bas en zijn ideeën een beetje, dus ik stond er zeker voor open.
Al snel zag ik dat het heel professioneel aangepakt werd. Dat ‘triggerde’ mij wel om nog meer te gaan luisteren. Uiteindelijk heb ik ook nog een gesprek met Hugo (Haak) gehad. Daarna was ik om en ben ik er vol voor gegaan.
Je begon het seizoen met een tweede plek in de Ster van Zwolle, alleen in de maanden daarna ging het iets lastiger, toch?
Dat klopt inderdaad. De Ster was een goede aftrap en ook in de weken daarna liep het niet slecht. Ik kwam goed in vorm, maar door een aantal pechmomenten kwam ik net tekort in de wedstrijden. Als ik dan weer in vorm was, ging er wel weer iets anders mis. Ik heb bijna alles wel gehad. Valpartijen, blessures, ziekte en voedselvergiftiging: het zat niet mee. Dat waren wel de tegenslagen dit jaar. Voor de rest merkte ik wel dat ik in alle koersen lekker mee kon rijden en er veel power in zat.
Ik hoef nu eigenlijk maar naar één koers te vragen, Martijn. Jij weet vast welke?
Ja, de Slag om Woensdrecht. Dit was uit mijn hoofd de eerste koers weer nadat ik ziek was geworden in de Rutland-Melton Classic. Ik verwachtte er op zich wel wat van en stond gemotiveerd aan de start, alleen toch heb je altijd wel wat twijfels hoe je ervoor staat.
We weten allemaal hoe het afgelopen is. Het was nog spannend, want in de laatste ronde kreeg ik nog kramp en werd ik bijna gelost. Uiteindelijk hadden we de mindset op de goede plek en viel het in de sprint eindelijk mijn kant op.
Dan boek je ineens de eerste overwinning voor TDT-Unibet. Wat doet dat met je?
Dat maakt me natuurlijk trots. Je baalt een beetje dat het geen UCI-overwinning is, maar het is wel de eerste keer dat je namens TDT-Unibet de handen in de lucht mag steken. Die pakken ze mij nooit meer af! Dat is wel een bijzonder moment.
Voor mezelf was het ook fijn om weer eens een wedstrijd te winnen, dat was ook een tijd geleden. Dat gecombineerd met het feit dat je in een nieuwe ploeg rijdt met nieuwe jongens om je heen is extra mooi. Het was ook echt een teamprestatie.
Dit seizoen stond in het teken van het sprinten voor jou. Hoe is dat bevallen?
Ik heb dit jaar inderdaad geprobeerd om mezelf meer op de sprint te focussen. In het verleden was ik echt goed in het ‘punchen’, korte hellinkjes en aankomen in een klein groepje. Eigenlijk was ik nooit echt specifiek bezig met het sprinten, maar had ik toch altijd een redelijke sprint. Daarom hebben we dit jaar een keuze gemaakt om iets meer te focussen op de sprintkoersen en specifiek op de sprint te trainen. Dat ging op zich wel goed, maar om een ‘full-time sprinter’ te worden moet je daar nog meer investeren. Voor volgend jaar gaat de focus wel weer een beetje terug naar de ‘oude’ Martijn.
Hoe liep het einde van het seizoen voor jou?
Wisselvallig. In de ZLM Tour viel ik hard, waar ik nog wel even last van had. In de Ronde van Limburg (6de) en de Ronde van de Achterhoek (2de) boekte ik nog twee mooie resultaten, wat weer vertrouwen gaf. Met dat goede gevoel trok ik naar de Tour of Britain, alleen dat liep helaas anders.
In de eerste etappe in Engeland ging ik hard onderuit en moest ik de koers direct verlaten. Dat zorgde wel voor een bijzonder vervelend einde van het seizoen. Je mist gewoon een aantal mooie wedstrijden en ik heb er een schouderblessure aan overgehouden. Inmiddels heb ik niet al te veel last meer van die schouder, dus ik kan mijn trainingen weer lekker draaien.
Inmiddels ligt de focus alweer op komend jaar. Kijk je ernaar uit?
Zeker! De eerste indruk van de ploeg is supergoed. We hebben elkaar al zonder fiets gezien en daar was de sfeer top. Nu gaan we op trainingskamp kijken hoe het gaat mét de fiets. Ik ben benieuwd waar onze kwaliteiten liggen en waar we elkaar kunnen ondersteunen.
Qua doelen hoop ik in de klassiekers en voorjaarsklassiekers wel echt mijn steentje bij te kunnen dragen. Ik heb al wat ervaring in dat soort koersen en hoop dat we ons daar kunnen laten zien. Er is werk aan de winkel, maar heb er vertrouwen in dat wij dit kunnen.