Onder een lentezonnetje werd de Arno Wallaard Memorial verreden. In een echte polderkoers lieten de raketten van TDT-Unibet Cycling Team zichzelf geregeld van voren zien. Uiteindelijk resulteerde dit in top tien notering voor Harry Tanfield en Tomas Kopecky.

“Het was chaos vandaag. Je rijdt achter de renners en je ziet het allemaal gebeuren”, vertelt ploegleider Rob Harmeling. Er gebeurde genoeg voor de ogen van de man achter het stuur. Al vroeg in de koers ging het in waaiers en kwam ook sprinter Martijn Budding ten val. Hij moest uiteindelijk opgeven. Een dikke streep door de rekening voor Harmeling. “Ons plan leek in het water te vallen. Vooraf wilden we heel duidelijk Martijn uitspelen in de sprint. Door een duidelijk plan af te spreken, wilde we dit ook gebruiken om als team weer dichter naar elkaar te groeien. Op het moment dat Martijn viel moesten de jongens zelf de knop omzetten.”

Budding zelf maakt het naar omstandigheden goed. “De eerste val was ongelukkig. Er kwam een renner voorlangs en tikte mijn stuur aan waardoor ik viel. Uiteindelijk duurde het even voor de auto erbij was en ik door kon. Toen ik eenmaal terug op de fiets zat, zat ik achter onze ploegleidersauto en schiet ik uit een bocht naar de dijk af. Het is vervelend, maar gelukkig weinig last op dit moment.”

De koers bleef echter in een onverminderd tempo doorgaan. Een groep met daarin Kopecky, Tanfield en de Belg Yentl Vandevelde leek uiteindelijk voor de winst te gaan strijden. In de finale was er echter nog een demmarage van de Deen Rasmus Bogh Wallin. Hij soleerde uiteindelijk naar de zege in Meerkerk. 

Ploegleider Harmeling kijkt toch trots terug op de prestatie van zijn renners. Na het wegvallen van Plan A, moesten de renners snel schakelen. “Dit hebben ze enorm goed opgepakt. We hebben dan misschien die slag eerst wel verloren, maar de oorlog gewonnen”, aldus Harmeling.

‍